2. Motorische ontwikkeling
We benadrukken hier het onderscheid tussen FIJNE motoriek en GROVE motoriek; beiden belangrijk bij de ontwikkeling van je kind!
Fijne motoriek = kleine, fijne bewegingen die je met je HANDEN en VINGERS maakt; vb. vastpakken van kleine voorwerpen (puzzelstukjes, blokjes, ...), parels rijgen, boetseren, werken met plasticine, scheuren, kleuren, knippen, tekenen, schilderen, ...
Deze ‘handvaardigheid’ ontwikkelt zich geleidelijk aan. Het kind moet wel eerst voldoende vaardig zijn in zijn grove bewegingen. Het heeft vb. geen zin om het oppakken van kleine blokjes te oefenen als het kind nog geen grotere blokken kan oppakken! Het is belangrijk dat een kind veel kan oefenen in zijn fijne motoriek. Deze is erg belangrijk voor het latere échte schrijven !
Grove motoriek = Ruw bewegen; grove bewegingen zoals lopen, gaan, kruipen, springen, klimmen, fietsen, gooien, in springtouw springen, balspelen, …
Wanneer een kind zich voldoende vlot en soepel kan bewegen, zal het:
- meer plezier hebben in allerlei bewegingsactiviteiten (vb.turnen, zwemmen, …)
- zich beter voelen in de omgang met andere kinderen
- minder moeite hebben om stil te zitten in het 1e leerjaar.
Om een goede grove motoriek ontwikkelen, is het belangrijk dat een kind zich hierin kan oefenen en dus voldoende de gelegenheid en de ruimte krijgt om te bewegen !
Het is echter niet nodig dat ouders hun kinderen voortdurend nauwlettend in de gaten houden of het wel voldoende beweegt. Een kind oefent namelijk in allerlei situaties spontaan zijn motoriek. Als je als ouders echter denkt dat uw kind onvoldoende beweegt; kan je eens nagaan wat je eventueel kan ondernemen zodat je kind wel méér zijn grove motoriek kan oefenen.
Fijne motoriek = kleine, fijne bewegingen die je met je HANDEN en VINGERS maakt; vb. vastpakken van kleine voorwerpen (puzzelstukjes, blokjes, ...), parels rijgen, boetseren, werken met plasticine, scheuren, kleuren, knippen, tekenen, schilderen, ...
Deze ‘handvaardigheid’ ontwikkelt zich geleidelijk aan. Het kind moet wel eerst voldoende vaardig zijn in zijn grove bewegingen. Het heeft vb. geen zin om het oppakken van kleine blokjes te oefenen als het kind nog geen grotere blokken kan oppakken! Het is belangrijk dat een kind veel kan oefenen in zijn fijne motoriek. Deze is erg belangrijk voor het latere échte schrijven !
Grove motoriek = Ruw bewegen; grove bewegingen zoals lopen, gaan, kruipen, springen, klimmen, fietsen, gooien, in springtouw springen, balspelen, …
Wanneer een kind zich voldoende vlot en soepel kan bewegen, zal het:
- meer plezier hebben in allerlei bewegingsactiviteiten (vb.turnen, zwemmen, …)
- zich beter voelen in de omgang met andere kinderen
- minder moeite hebben om stil te zitten in het 1e leerjaar.
Om een goede grove motoriek ontwikkelen, is het belangrijk dat een kind zich hierin kan oefenen en dus voldoende de gelegenheid en de ruimte krijgt om te bewegen !
Het is echter niet nodig dat ouders hun kinderen voortdurend nauwlettend in de gaten houden of het wel voldoende beweegt. Een kind oefent namelijk in allerlei situaties spontaan zijn motoriek. Als je als ouders echter denkt dat uw kind onvoldoende beweegt; kan je eens nagaan wat je eventueel kan ondernemen zodat je kind wel méér zijn grove motoriek kan oefenen.
©Christl Verstraete