3. Tijd en ruimte
Inzicht in de RUIMTE:
Weten hoe voorwerpen ten opzichte van elkaar een plaats hebben én dit ook kunnen benoemen.
Dit inzicht verloopt in verschillende stappen:
- inzicht in eigen lichaam
- inzicht in de plaats van voorwerpen vanuit jouw eigen positie (jouw lichaam)
vb. ik sta achter de boom
- inzicht in relaties tussen voorwerpen – los van jouw eigen positie
vb. de auto staat voor het huis
Inzicht in de TIJD :
Weten dat dingen in een bepaalde volgorde gebeuren; en dit ook kunnen benoemen.
Belangrijke tijdsbegrippen zijn: de 4 seizoenen, dagen van de week, dag en nacht, jaren (verjaardag), delen van de dag (morgen-middag-avond), ….
!! De begrippen die met ruimte en tijd te maken hebben, ordenen de werkelijkheid. Ze bieden structuur en houvast. Hiernaast zijn deze begrippen en dit inzicht belangrijk om te leren rekenen in het eerste leerjaar!!
Weten hoe voorwerpen ten opzichte van elkaar een plaats hebben én dit ook kunnen benoemen.
Dit inzicht verloopt in verschillende stappen:
- inzicht in eigen lichaam
- inzicht in de plaats van voorwerpen vanuit jouw eigen positie (jouw lichaam)
vb. ik sta achter de boom
- inzicht in relaties tussen voorwerpen – los van jouw eigen positie
vb. de auto staat voor het huis
Inzicht in de TIJD :
Weten dat dingen in een bepaalde volgorde gebeuren; en dit ook kunnen benoemen.
Belangrijke tijdsbegrippen zijn: de 4 seizoenen, dagen van de week, dag en nacht, jaren (verjaardag), delen van de dag (morgen-middag-avond), ….
!! De begrippen die met ruimte en tijd te maken hebben, ordenen de werkelijkheid. Ze bieden structuur en houvast. Hiernaast zijn deze begrippen en dit inzicht belangrijk om te leren rekenen in het eerste leerjaar!!
©Christl Verstraete